De basisvaardigheden bestaan al lang: taal, rekenen en digitale geletterdheid. Het ministerie van Onderwijs heeft hier burgerschap aan toegevoegd. Na diverse internationale onderzoeken vindt men dat leerlingen op het gebied van burgerschap over onvoldoende kennis en vaardigheden beschikken. Leerlingen in Nederland moeten meer actief worden betrokken bij de samenleving en kennis krijgen over democratie, rechtsstaat, duurzaamheid en diversiteit.
Bij vaardigheden moet je denken aan actief burgerschap en participatie. Kennismaken met vrijwilligerswerk, je mening kunnen beargumenteren, opkomen voor je rechten, participeren in het bestuur en respectvol kunnen omgaan met verschillen. Daarnaast moeten leerlingen ook weten hoe de Nederlandse democratie functioneert.
Het SLO heeft de basisvaardigheden burgerschap uitgewerkt in zeven bouwstenen. We geven er voorbeelden van een vaardigheid bij.
De inspectie controleert op de volgende punten met betrekking tot burgerschapsonderwijs:
Het begint altijd met een visie op burgerschapsonderwijs. Deze is dus niet voor alle scholen hetzelfde, omdat de school deze met eigen waarden mag invullen. Wel moet de visie voldoen aan de bouwstenen die door SLO zijn beschreven.
Hieruit komen concrete leerdoelen voort die je per leerjaar (voor alle leerjaren) formuleert. Deze leerdoelen koppel je aan je huidig onderwijsaanbod. Zo zie je op welke leerdoelen de school nog extra onderwijs moet inzetten.
Heb je hulp nodig bij het integreren van burgerschap binnen de school? Wij werken samen met VRIE Burgerschapseducatie: advies, cursussen en meer voor scholen in het primair- en voortgezet onderwijs.
Methode M heeft verschillende modulen voor burgerschap ontwikkeld. Er is een aparte module voor de onderbouw (leeftijd 12 tot 15 jaar: vmbo, havo, vwo met een differentiatie voor ISK- en praktijkonderwijs) en een module voor de bovenbouw (16 tot 18 jaar: vmbo, havo, vwo en mbo). Onderbouw telt nu 22 lessen en bovenbouw 20 lessen die de sociale en maatschappelijke competenties van burgerschapsonderwijs omvatten. De 20 lessen kunnen los van elkaar gebruikt worden. Dit geeft de school de vrijheid en ruimte om de lessen op verschillende plekken in te zetten. Bij het vak burgerschap, bij mentorlessen, in projectvorm.
In elke les staat een onderwerp centraal. De leerlingen verdiepen zich in dit onderwerp en gaan vervolgens zelf aan de slag. Ze verwerken de kennis via creatieve en actieve werkvormen. Ze maken zich de lesstof dus echt eigen door deze toe te passen in praktische opdrachten. De les wordt afgesloten met enkele reflectievragen. De leerlingen maken de opdrachten alleen, in een groepje of als klas. Deze keuzes zijn aan jou! Neem een gratis proeflicentie.